Centrum Letsel & Schade

Specialist verzekeringsgeneeskunde en medische expertise

Informatieve artikels

Informatieve artikels (42)

De indicatieve tabel is in België een lijst van forfaitaire schadevergoedingen die opgesteld is door het Nationaal verbond van magistraten van eerste aanleg en het Koninklijk verbond van vrede- en politierechters. Die lijst is bedoeld als leidraad voor de raming van schade die men niet in concreto (schade waarvan men geen bewijs kan aanvoeren) kan begroten, die men dus niet aan de hand van bewijsstukken kan aantonen (bvb. de morele schade).

Hierbij vindt u de download link naar  - de indicatieve tabel van 2012.

Deze werd ondertussen vervangen door een nieuwere versie, namelijk de indicatieve tabel van 2016 die u terug kan vinden door hier te klikken.

De patiënt heeft recht op inzage in het hem betreffend patiëntendossier.

Aan het verzoek van de patiënt tot inzage in het hem betreffend patiëntendossier wordt onverwijld en ten laatste binnen 15 dagen na ontvangst ervan gevolg gegeven.

Klik op de link bij download bijlage voor volledige wettekst terzake.

Aangezien de expertisegeneeskunde onder het toepassingsgebied valt van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt heeft deze laatste recht op inzage in het door de expertisearts bijgehouden dossier.

Klik onderstaande link voor meer informatie :

http://www.ordomedic.be/nl/adviezen/advies/inzage-door-de-patient-in-zijn-medisch-dossier-opgesteld-door-een-expertisearts

Klik tevens de link bij download bijlage hieronder...

Klik hieronder bij download bijlagen op de link voor de "Europese schaal ter beoordeling van lichamelijke en geestelijke invaliditeit"

Het medisch-gerechtelijk deskundigenonderzoek vormt voortaan een specifiek vakgebied dat almaar aan belang wint door het groeiend aantal geschillen en door de complexiteit van de dossiers.

De wijze waarop onze maatschappij evolueert en de veelvuldige, terzake geldende wettelijke instrumenten leiden tot tal van processen. Ook de almaar meer gespecialiseerde en performantere medische spitstechnologie geeft op haar beurt aanleiding tot tal van geschillen.

Tegen die achtergrond staat de arts-deskundige voor een almaar moeilijkere taak die een steeds zwaardere verantwoordelijkheid impliceert. Het is dus zaak dat een volkomen sluitende kwalificatie de uitoefening van die taak deugdelijk onderbouwt.

Uit een historisch perspectief is de functie van arts-deskundige geleidelijk gegroeid in de rand van een klinische praxis. Sinds een twintigtal jaren zijn de

universiteiten gestart met een aanvullende opleiding in expertisegeneeskunde of in de evaluatie van lichamelijke schade. Die opleidingen verstrekken de medische en juridische kennis die vereist is om een deugdelijk deskundigenonderzoek uit te voeren. Ze behelzen tevens praktische stageperiodes die bij onderlegde deskundigen moeten worden gelopen. In de huidige stand van de gerechtelijke procedure, hoeft bij de aanwijzing van deskundigen door de hoven

en rechtbanken, geen enkel bewijs ter staving van de specifieke vakbekwaamheid te worden voorgelegd en wordt in dat verband evenmin in enige bijzondere voorwaarde voorzien.

Om alle voormelde redenen, ware het passend dat elke aangewezen deskundige over een wettelijk geregelde kwalificatie zou beschikken.

Dit wetsvoorstel strekt ertoe, voor het gerechtelijkmedisch deskundigenonderzoek, in een wettelijk onderbouwde kwalificatie te voorzien. Iedere deskundige die zijn functie opneemt zou, volgens de indieners van het wetsvoorstel, een diploma expertisegeneeskunde of een soortgelijk diploma moeten hebben behaald.

Een zeer nuttige en informatieve brochure over de rechtsbijstandsverzekering werd door OIVO en Assuralia, de federatie van verzekeringsmaatschappijen, samengesteld.

Klik de link hieronder om ze te raadplegen...

\"handicapped\"Personen met een handicap kunnen - als ze aan een aantal voorwaarden voldoen - een speciale parkeerkaart ontvangen. Met deze parkeerkaart is het toegestaan om uw auto op een parkeerplaats voor personen met een handicap te zetten.

Voorwaarden

De parkeerkaart wordt verleend aan:

  •  > personen met een blijvende invaliditeit van minstens 80 %
  •  > personen met een vermindering van hun verplaatsingsmogelijkheden van minstens 2 punten 
  •  > personen met een vermindering van zelfredzaamheid van tenminste 12 punten
  •  > personen met een blijvende invaliditeit van minstens 50% die rechtstreeks te wijten is aan de onderste ledematen
  •  > personen die helemaal zijn verlamd aan de bovenste ledematen of waarvan de bovenste ledematen zijn geamputeerd
  •  > oorlogsinvaliden (burgerlijk of militair) met ten minste 50% oorlogsinvaliditeit
  •  > kinderen met minstens 2 punten voor de categorie \'Verplaatsing\' (handleiding voor evaluatie van de zelfredzaamheid)
  •  > kinderen met minstens 2 punten voor de categorie \'Verplaatsing en mobiliteit\' (pijler 2.3 van de medisch-sociale schaal)

 

Waar aanvragen?

Doorgaans vraagt u de parkeerkaart aan bij het gemeentebestuur van de gemeente waar de persoon met een handicap is ingeschreven in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister. Sommige gemeentebesturen geven deze bevoegdheid door aan het OCMW.

Hoe?

Indien u beschikt over een attest van een officiële of gerechtelijke instantie waaruit blijkt dat één van deze voorwaarden vervuld is dient alleen het aanvraagformulier ingevuld te worden. Indien u niet beschikt over een officieel attest van invaliditeit, dan dient u een controleonderzoek te ondergaan bij een arts van de Federale Overheidsdienst.

Bedrag?

De parkeerkaart zelf is gratis, van onbepaalde duur en geeft recht op:

  •  > parkeren op plaatsen uitsluitend voorbehouden aan personen met een handicap (aangeduid door een blauw teken dat een persoon met een handicap in rolstoel voorstelt)
  •  > onbeperkt parkeren op plaatsen waar de parkeertijd beperkt is (blauwe zone)
  •  > gratis parkeren op plaatsen waar de parkeertijd door een parkeermeter is beperkt, in gemeenten die het toestaan
  •  > gratis parkeren op parkeerplaatsen van de NMBS en de SNCB


Deze rechten gelden alleen op het Belgische grondgebied. In andere landen van de Europese Unie geeft de kaart recht op de parkeervoorzieningen toegestaan door dat land. De kaart is strikt persoonlijk. Ze kan dus maar worden gebruikt wanneer de houder van de kaart door het geparkeerde voertuig wordt vervoerd of wanneer de houder het voertuig zelf bestuurt.

 

Bijkomende informatie

Organisatie

Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid 
Directie-Generaal Personen met een handicap

Adres

Administratief Centrum Kruidtuin 
Finance Tower 
Kruidtuinlaan 50 (bus 50)
1000 Brussel

Tel

0800 987 99 (gratis nummer)

Website

DG Personen met een handicap - website
Brochure parkeerkaart voor personen met een handicap (pdf)

E-mail

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

De begrotingswijze van de schade voortvloeiend uit lichamelijk letsel verschilt naargelang de schade zich situeert in de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid, dan wel wanneer het een blijvende arbeidsongeschiktheid (of invaliditeit) betreft.

Men spreekt van tijdelijke arbeidsongeschiktheid in de periode volgend op het ongeval waarin de lichamelijke letsels, opgelopen door het slachtoffer, nog aan evolutie onderhevig zijn. Deze periode loopt tot op de consolidatiedatum, of met andere woorden het moment waarop de toestand van het slachtoffer gestabiliseerd is, hetzij omdat hij volledig genezen is, hetzij omdat verder herstel weinig waarschijnlijk is.

De blijvende invaliditeit begint te lopen op de consolidatiedatum en is - de term zegt het zelf - permanent.

Aangezien de toestand van het slachtoffer tot op de consolidatiedatum aan wijzigingen onderhevig is, is een expertise pas zinvol na de consolidatiedatum. Pas dan zal een expert zicht hebben op de blijvende invaliditeitsgraad in hoofde van het slachtoffer.

Tijdelijke arbeidsongeschiktheid

1. Materiële schade

A. Loonverlies

De basis voor de begroting van de materiële schade voortvloeiend uit tijdelijke arbeidsongeschiktheid verschilt, naargelang het slachtoffer een weddetrekkende of een zelfstandige is. Weddetrekkenden Schade ingevolge tijdelijke arbeidsongeschiktheid van een weddetrekkende wordt berekend op basis van het inkomen op de dag van het ongeval.

In de rechtspraak is herhaaldelijk de vraag gerezen of deze schade moet begroot worden in functie van het bruto, semi-bruto of netto inkomen van het slachtoffer.

Het Hof van Cassatie heeft inmiddels herhaalde keren geoordeeld dat de schadevergoeding niet mag begroot worden op basis van het bruto-inkomen, tenzij de rechter vaststelt dat de sociale en fiscale lasten, die het slachtoffer zal moeten betalen op de schadevergoeding gelijk zijn aan deze verschuldigd op zijn loon.

Op de schadevergoeding zijn geen RSZ-bijdragen verschuldigd, zonder dat dit leidt tot een verlies van sociale voordelen. Voortgaand op deze vaststelling hanteert een meerderheid in de rechtspraak het semi-brutoloon, nl. het loon verminderd met RSZ-bijdragen, als maatstaf bij de begroting van het inkomensverlies ingevolge een tijdelijke arbeidsongeschiktheid.
Er is op dit punt echter geen volledige unanimiteit in de rechtspraak. Zo zijn er rechtbanken die uitgaan van het nettoloon en voorbehoud maken voor eventuele fiscale en sociale lasten die hierop zouden drukken.

Zelfstandigen. Veel meer dan bij weddetrekkenden is het inkomen van zelfstandigen aan fluctuaties onderhevig. Daarenboven brengt een arbeidsongeschiktheid niet noodzakelijk een proportioneel inkomensverlies met zich mee. Soms blijft het inkomen zelfs ongewijzigd omdat het bedrijf van het slachtoffer door personeel of collega\'s verder draaiende wordt gehouden.

Is er toch een inkomensverlies, dan kan het inkomen op het ogenblik van het ongeval voor deze professionele categorie een vertekend beeld geven van het daadwerkelijk geleden inkomstenverlies. Om deze reden neemt men bij zelfstandigen als basis voor de schadeberekening vaak een gemiddeld inkomen gedurende een bepaalde referentieperiode (door de rechter bepaald). Doorgaans wordt het netto-inkomen als basis genomen en wordt dit - mits voorlegging van stavingstukken - verhoogd met de vaste kosten die hoe dan ook verschuldigd zijn, zelfs als men geen activiteit kan uitoefenen (bvb. huur kantoorruimte).
Om de schade voortvloeiend uit de tijdelijke arbeidsongeschiktheid te begroten, gaat men vervolgens het basisinkomen vermenigvuldigen met de in het expertiseverslag weerhouden graad van arbeidsongeschiktheid. De uitkeringen die het slachtoffer van het ziekenfonds heeft ontvangen moeten in mindering gebracht worden op de volgens voorgaande formule berekende schadevergoeding.

B. Economische waarde huisvrouw / huisman

Alhoewel een huisvrouw voor haar huishoudelijke taak geen vergoeding ontvangt, vertegenwoordigt haar werkzaamheid een economische waarde. Wanneer zij deze ingevolge een tijdelijke arbeidsongeschiktheid niet meer kan uitoefenen, heeft zij recht op een schadevergoeding voor materiële schade.

De begroting hiervan stelt weinig problemen wanneer de taken van de huisvrouw bij volledige arbeidsongeschiktheid door derden, tegen betaling, worden overgenomen. In voorkomend geval zullen deze kosten integraal door de aansprakelijke gedragen moeten worden.

Indien de taken worden overgenomen door iemand anders binnen het gezin of indien de huisvrouw, ondanks haar arbeidsongeschiktheid, zelf deze taken blijft vervullen, wordt een forfaitaire vergoeding toegekend.

De Indicatieve Tabel voorziet een vergoeding van 700 fr. per dag voor een gezin zonder kinderlast. Voor een gezin met maximum twee kinderen wordt een forfaitaire vergoeding van 1.000 fr. per dag voorzien. Per bijkomend kind stijgt dit bedrag met 200 fr. Deze bedragen gelden voor een arbeidsongeschiktheid van 100 %. Bij lagere percentages worden ook de vergoedingen proportioneel verminderd.

Er zal een verdeling gebeuren van de hierboven aangehaalde waarden wanneer beide partners uit werken gaan, a rato van hun beschikbaarheid voor het huishouden. Anderzijds zullen de basistarieven met 25 % verhoogd worden indien de huisvrouw alleenstaande is (gescheiden, weduwe, ... ).

C. Materiële schade wegens aantasting van fysieke integriteit zonder inkomstenverlies

Wanneer het slachtoffer geen inkomstenverlies lijdt, kunnen we niet terugvallen op bovenstaande berekeningsmethoden. De begroting van schade ingevolge tijdelijke arbeidsongeschiktheid zonder inkomstenverlies gebeurt verschillend naargelang deze arbeidsongeschiktheid volledig of gedeeltelijk is.

Een volledige arbeidsongeschiktheid die niet gepaard gaat met inkomstenverlies is uitzonderlijk. Het is evenwel mogelijk dat bvb. een zaakvoerder van een vennootschap tijdens de periode van volledige arbeidsongeschiktheid zijn inkomen gewoon blijft verder ontvangen, zonder dat hij enige activiteit uitoefent. In dit geval leidt de volledige arbeidsongeschiktheid niet tot inkomensverlies en zal hiervoor ook geen materiële schadevergoeding toegekend worden.

Anders is het wanneer een volledig arbeidsongeschikte, vervroegd het werk hervat. Het spreekt voor zich dat dit een eerder uitzonderlijke situatie is. Zelfs indien het slachtoffer dan geen inkomensverlies lijdt, kan het toch aanspraak maken op een materiële schadevergoeding, voor de meerinspanningen die het moet leveren om zijn inkomen te verwerven.

Samenvattend kan gesteld worden dat het slachtoffer geen aanspraak zal kunnen maken op een vergoeding voor materiële schade wanneer hij tijdens de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid geen inkomensverlies ondergaat en evenmin meerinspanningen moet leveren.

Wanneer het slachtoffer van een ongeval behept is met een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, is de uitoefening van een beroepsactiviteit niet noodzakelijk uitgesloten. In dit geval zal het slachtoffer doorgaans meerinspanningen moeten leveren om zijn inkomen te verwerven. Voor deze bijkomende inspanningen wordt een materiële schadevergoeding toegekend.

De begroting van deze schadepost gebeurt doorgaans forfaitair. De indicatieve tabel stelt een bedrag van 700 Bef /dag voorop bij 100 % arbeidsongeschiktheid. Dit betekent concreet dat bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid het overeenstemmende percentage op dit bedrag wordt toegepast bvb. 50 % arbeidsongeschiktheid = 50% van 700 Bef/dag ofwel 350 Bef/dag.

Bij lage gradaties van arbeidsongeschiktheid kent men vaak geen vergoeding voor meerinspanningen toe. Dit zal geval per geval benaderd worden. Op dit punt kan het expertiseverslag doorslaggevend zijn, wanneer het de noodzaak van meerinspanningen aangeeft.

Andere schadeposten, voortvloeiend uit lichamelijk letsel

Hierboven werden de meest voorkomende vormen van schade, ingevolge aantasting van de fysieke integriteit toegelicht.

In een aantal gevallen geeft lichamelijk letsel aanleiding tot andere vormen van schade, die eens zij vaststaan eveneens voor vergoeding in aanmerking komen.

1. Pretium voluptatis.

Deze schadepost beoogt het verlies of de vermindering van seksueel genot te
vergoeden. Deze vorm van schade kan zich in allerlei gradaties en vormen aandienen, gaande van gevoelloosheid, impotentie, onmogelijkheid om nog op natuurlijke wijze kinderen te krijgen enz.

Gelet op de schroom in hoofde van sommige slachtoffers om deze schadepost aan te kaarten, is een vermelding ervan in het deskundig verslag veelal noodzakelijk om tot vergoeding te komen. Deze schadepost wordt hetzij afzonderlijk vergoed, hetzij samen met de morele schade.

2. Genegenheidsschade.

Genegenheidsschade is een bijzondere vorm van schade, bij weerkaatsing geleden door familieleden wegens het aanschouwen van het lijden van een geliefd wezen.

Vergoeding van genegenheidsschade is eerder uitzonderlijk en beperkt zich in regel tot de gevallen van ernstige blijvende invaliditeit (blindheid, verlamming, amputatie, zware brandwonden), al zijn er in de rechtspraak uitzonderingen op dit beginsel te vinden.

Genegenheidsschade wordt bijna uitsluitend toegekend aan de met het slachtoffer samenwonende naaste verwanten (ouders/kinderen en echtgenoten). In de zeldzame gevallen waar aan zijverwanten (broers/zusters) een vergoeding voor
genegenheidsschade werd toegekend, betrof het telkens een situatie van samenleving.

Het is moeilijk een lijn te trekken in de toegekende bedragen. In de rechtspraak vindt men vergoedingen van 1 Bef tot 750.000 Bef terug.

3. Verlies van een schooljaar.

Wanneer het slachtoffer ingevolge zijn tijdelijke arbeidsongeschiktheid een bepaalde tijd de lessen niet heeft kunnen volgen en/ of geen examens heeft kunnen afleggen, verliest dit slachtoffer een studiejaar. Deze schade wordt door de rechtspraak doorgaans beschouwd als het verlies van een kans. Aan de hand van de door het slachtoffer voorgebrachte bewijzen o.m. van gemiste beroepsinkomsten, zal men pogen dit verlies zo concreet mogelijk te begroten. Meestal ontbreken deze bewijzen, zodat de rechtspraak noodgedwongen terugvalt op forfaitaire bedragen, die stijgen naargelang het scholingsniveau. De Indicatieve tabel voorziet volgende bedragen :

 > lager onderwijs :90.000 Bef

 > middelbaar onderwijs:150.000 Bef

 > hoger onderwijs :200.000 Bef

 > universitair onderwijs:300.000 Bef.

Een aparte vergoeding wordt soms toegekend aan de ouders van het slachtoffer, b.v. omdat gemaakte kosten verloren gaan of omdat zij een jaar langer voor het onderhoud van hun kind zullen moeten instaan.

Rechters doen een beroep op experts om hen klaarheid te verschaffen in technische aangelegenheden, waarin zij zelf niet thuis zijn. Van een medisch expert verwacht de rechter dan ook in eerste instantie dat hij in voor een leek begrijpelijke taal een omstandige omschrijving geeft van de medische toestand van het slachtoffer. De expert zal zich hierbij baseren op het medisch dossier, de ondervraging van het slachtoffer, een onderzoek van het slachtoffer en zonodig bijkomende onderzoeken door specialisten. Voortgaand op de medische feitelijkheden die zijn onderzoek aan het licht brengen, dient een medische expert vervolgens conclusies te trekken naar de schadebeschrijving toe. Deze beschrijving dient, in het belang van het slachtoffer zo diepgaand mogelijk te gebeuren. Tijdelijke arbeidsongeschiktheden worden bij voorkeur uitgedrukt in termijnen en graden. Bij blijvende invaliditeit vermeldt men indien van toepassing - de weerslag van de invaliditeitsgraad op het prestatievermogen van het slachtoffer (bv. noodzaak van meerinspanningen).

Om aan de rechter de waarderingselementen voor de morele schade te verschaffen, moet de expert een nauwkeurig beeld scheppen van de beleving van het trauma (de pijn, de beperkingen in het dagelijks leven, in vrijetijdsbesteding, beroep, de verloren moed.

Bij de schadebegroting eindigt de taak van de expert en begint de taak van de rechter de expert zal de rechter alle elementen verschaffen om een zo correct en volledig mogelijke schadebegroting toe te laten. Van de expert wordt echter niet verwacht dat hijzelf de schade begroot, dit is het domein van de rechter.

1. MINNELIJKE EN GERECHTELIJKE EXPERTISE

Zodra een lichamelijke schade zich voordoet, kan een geneesheer eenzijdig door de schadelijdende partij aangesproken worden. Deze minnelijke expertise strekt louter tot informatie en advies van wie erom vraagt. De bevindingen van de expert kunnen derhalve niet aan derden tegengeworpen worden. De eenzijdige expertise heeft hoogstens een residuele bewijswaarde: het verslag kan als vermoeden gelden.

Wordt de geneesheer daarentegen door alle betrokken partijen in der minne aangezocht, worden de vaststellingen contradictoir. De bewijskracht van het expertiseverslag is in beginsel deze van een gerechtelijke expertise. De bewoordingen ervan mogen derhalve niet geschonden worden. Het advies van de expert is echter ten aanzien van de betrokken partijen enkel bindend, wanneer dezen vooraf overeenkwamen zich hierdoor gebonden te verklaren. Dit bindend advies is echter nog geen arbitrage, vermits de expert het geschil als zodanig niet beslecht.

Er is slechts sprake van een gerechtelijke expertise, wanneer de export ingevolge een rechterlijke beslissing werd aangeduid. In tegenstelling tot de minnelijke expertise kan deze gerechtelijke expertise aan al wie bij het geschil betrokken is, tegengeworpen worden. De aard van de rechterlijke beslissing waarbij de expert wordt aangesteld, doet niets terzake. Zelfs een expertiseonderzoek ter uitvoering van een beschikking op eenzijdig verzoekschrift, is tegenwerpelijk aan de partij die in de rechtspleging W verzoekschrift niet tussengekomen is, ook al heeft zij geen kennis van de beschikking. Deze regel geldt a fortiori bij een aanstelling in een verstekvonnis.

Voorbehoud moet wel gemaakt worden ten aanzien van een derde persoon die hoegenaamd niet bij het geding betrokken is. Een reeds bevolen expertise mag inderdaad geen afbreuk doen aan zijn rechten van verdediging. Weliswaar kunnen de gegevens van de expertise als eenvoudige inlichtingen weerhouden worden. Deze gegevens kunnen aangenomen worden als een geheel van afdoende en ernstige vermoedens tot staving van de overtuiging van de rechter, alvast wanneer zij door andere bestanddelen van de zaak bevestigd worden.

Doorgaans wordt autenticiteit verleend aan de vaststelling van de gerechtsexpert. Dit standpunt is ernstig betwistbaar. De gerechtsexpert is immers geen openbare of ministeriële ambtenaar. Weliswaar mag de bewijskracht van de bewoordingen van het verslag niet geschonden worden.

Wie kan nu door de rechter als gerechtsexpert worden aangesteld? Bij de hoven en rechtbanken zijn slechts officieuze lijsten van experten voor handen. Practische moeilijkheden en commerciële overwegingen beletten blijkbaar het opstellen van een officiële lijst van gerechtsexperten. Het opkomen van beroepsexperten wil men ook vermijden. Nochtans is dit reeds in belangrijke mate een realiteit in een aantal aangelegenheden, zoals in bouwzaken en inzake lichamelijke schade.

De gerechtsexpert wordt door de rechter enkel gelast vaststellingen te doen en/of een louter technisch advies te geven. Hij wordt echter aldus opgenomen in het procesgebeuren. Zijn handel en wandel worden proceshandelingen. Hij wordt een rechtstreekse medewerker van het gerecht. Nochtans behoudt hij zijn volledige onafhankelijkheid. Hij kan de opdracht om velerlei redenen weigeren. zijn sociaal statuut blijft eveneens volkomen ongewijzigd. Hij bekleedt dan ook geen rechterlijk ambt. Toch wordt aangenomen dat hij bij de uitvoering van zijn opdracht niet gehouden is tot geheimhouding van de bekomen medische gegevens.

De aangestelde expert moet zijn opdracht persoonlijk vervullen. Dit belet hem echter niet een beroep te doen op specialisten. Het werk van de derde moet echter geschieden onder zijn rechtstreeks toezicht. De expert mag zich derhalve niet laten vervangen. De opdracht is persoonlijk. Nochtans wordt aangenomen dat het volstaat dat de expert de materiële vaststellingen door derden in zijn afwezigheid opgemaakt persoonlijk naziet en controleert en de verantwoordelijkheid voor de inhoud ervan op zich neemt.

2. VERLOOP VAN DE GERECHTELIJKE EXPERTISE

De gerechtelijke expertise verschilt fundamenteel, al naar gelang de gerechtsexpert wordt aangesteld tijdens een strafonderzoek of tijdens een burgerlijk geding. Bijgevolg wordt er hierna een onderscheid gemaakt tussen de gerechtelijke expertise in strafzaken en in burgerlijke zaken.

A. IN STRAFZAKEN

AANSTELLING VAN DE GERECHTSEXPERT

De expert wordt in hoofdzaak tijdens het vooronderzoek door de onderzoeksrechter aangesteld. Het initiatief hiertoe kan uitgaan van de onderzoeksrechter zelf, die de expertise dan ambtshalve beveelt, van de procureur des Konings die het onderzoek vordert of van de verdachte of burgerlijke partij die erom verzoeken. De Procureur des Konings kan echter eveneens een beroep doen op een gerechtsexport vooral met het oog op het inwinnen van technische inlichtingen.

Het vonnisgerecht kan ter gelegenheid van het strafonderzoek ter zitting eveneens een expert aanstellen. Het initiatief ligt dan hoofdzakelijk bij de betrokken partijen (verdachte, burgerlijke aansprakelijke partij en burgerlijke partij).

Op te werken valt dat het vooronderzoek in strafzaken in beginsel niet op tegenspraak geschiedt. Dit betekent dat wanneer in die faze van het strafgeding een expertise bevolen wordt, hiervan geen rekenschap moet gegeven worden aan de betrokken partijen. De verdachte wordt doorgaans zelf niet op de hoogte gebracht van de beslissing tot expertise. De aanstellende rechter beslist op een onaantastbare wijze over de aanstelling en de keuze van de expert. Hij alleen omschrijft de opdracht. De betrokken partijen kunnen deze beslissing niet aanvechten. Zij kunnen de aangestelde expert in beginsel evenmin wraken.

Doordat het strafonderzoek ter terechtzitting daarentegen op tegenspraak gevoerd wordt, houdt het vomisgerecht wel rekening met wat de gedingpartijen voorstellen inzake de aanstelling en de keuze van de expert. Ook zijn opdracht kunnen zij mede bepalen.

WERKZAAMHEDEN VAN DE GERECHTSEXPERT

Een constante rechtspraak stelt dat de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek die inzake gerechtsexpertise de tegenspraak garanderen, niet gelden in strafzaken. Of de gerechtsexpert aangesteld werd tijdens het vooronderzoek of ter terechtzitting. al is het louter op grond van de burgerlijke partijstelling, doet aan voormeld beginsel geen afbreuk.

Dit betekent dat de gerechtsexpert zijn opdracht volledig naar eigen goeddunken uitvoert. Zijn werkzaamheden geschieden zonder tegenspraak. Hij bepaalt vrij de methodes en middelen en geniet hierbij een verregaande wetenschappelijke 'vrijheid. De gebeurlijke opmerkingen van de betrokken partijen moet hij niet beantwoorden. Zijn bevindingen moet hij hen trouwens ook niet mededelen. Zijn verslag bezorgt hij enkel aan zijn opdrachtgever. Het wordt in het strafdossier gevoegd. De partijen kunnen te gepaster tijd inzage krijgen van dit dossier en alsdan kennis nemen van het expertiseverslag. Mits betaling van copiekosten kunnen zij na het vooronderzoek hiervan een afschrift bekomen.

Uiteraard behoudt de opdrachtgevende magistraat tijdens de expertise een algemene controlebevoegdheid. Hij kan de opdracht annuleren of uitbreiden. Hij kan ook de aangestelde expert vervangen of tot meer spoed aanzetten.

BEOORDELING VAN HET EXPERTISEVERSLAG

Het expertiseverslag is slechts een informatiebron voor de rechter. Deze behoudt zijn soevereine beoordelingsbevoegdheid. Hij hoeft het verslag geenszins te volgen. Hij is niet verplicht in te gaan op het advies van de expert, al wijst de praktijk uit dat dit doorgaans wel gebeurt.

De beoordelingsmarge wordt hierbij voornamelijk geconditioneerd door de houding van de gedingpartijen. Pas ter terechtzitting krijgen dezen de gelegenheid hun opmerkingen ten aanzien van het expertiseverslag te formuleren. Zij kunnen erop staan dat de aangestelde gerechtsexpert ter zitting gehoord wordt en geconfronteerd wordt met de verdachte, de burgerlijke aansprakelijke partij en de burgerlijke partij, en gebeurlijk met hun technische raadgevers, die aangezocht werden een tegenexpertise te voeren. Deze confrontatie kan voor het vonnisgerecht zeer leerrijk zijn. De rechter kan zich dan een oordeel vormen over de technische kwaliteiten en de competentie van de gerechtsexpert. De wetenschappelijke benadering door de gerechtsexpert wordt aldus ook het voorwerp van discussie. Ingevolge deze tegenspraak ter zitting kan de rechter de waarde van het expertiseverslag van de gerechtsexpert meten. Op te merken valt dat de medische gerechtsexpert in die hoedanigheid niet gehouden is door het medisch beroepsgeheim. Wordt hij echter gehoord als getuige, kan hij zich daarentegen wel beroepen op het medisch beroepsgeheim.

B. IN BURGERLIJKE ZAKEN

Aanstelling van de gerechtsexpert

Ingeval van urgentie kan de rechter in kort geding op verzoek van één of meerdere partijen een gerechtsexpert aanstellen. ook de rechter die geadieerd werd om uitspraak te doen over een aansprakelijkheidseis, kan op een dergelijk verzoek van partijen ingaan. Hij kan echter eveneens ambtshalve een expert aanstellen. Hij moet immers ter beslechting van het geschil op zoek gaan naar de materiële waarheid. Stellen dat de rechter zich van een taak ontlast die hijzelf kan vervullen, is onjuist. Gelet op de technische aard van een vraagstuk kan de rechter er goed aandoen de opinie van experten in te winnen. Dit is alvast het geval bij lichamelijk schade.

Doorgaans ligt het initiatief echter bij de partijen. De expertise is immers in hoofdzaak een bewijsmiddel. Wie de bewijslast draagt, kan de expertise uitlokken. Zowel de eiser als de verweerder kunnen de aanstelling van een expert vragen. De rechter oordeelt op onaantastbare wijze over de opportuniteit van dit verzoek. De litigerende partijen kunnen desnoods tesamen om de aanstelling van een expert verzoeken.

In burgerlijke zaken geschiedt de aanstelling van een gerechtsexpert volkomen op tegenspraak. De partijen worden in beginsel gehoord nopens de vraag of een aanstelling zich opdringt. Zij kunnen zich uitspreken over de opdracht die aan deze expert moet opgedragen worden, ja zelfs de naam van een gerechtsexpert suggereren. Slechts uitzonderlijk, wanneer de expert ambtshalve of op eenzijdig verzoekschrift aangesteld wordt, genieten de partijen niet voormelde tegenspraak.

Meestal benoemt de rechter de tussen partijen overeengekomen expert. Zijn dezen het niet eens, dan stelt hij naar eigen keuze een expert aan. Na het aanstellingsvonnis kunnen partijen nog overeenkomen de aangestelde expert te vervangen. Wanneer de benoemde expert de opdracht weigert, mogen de partijen eveneens een nieuwe expert kiezen.' Slechts wanneer geen akkoord tussen partijen mogelijk blijkt, wordt een nieuwe expert door de rechter benoemd. Op te merken valt dat in burgerlijke zaken de experten om dezelfde redenen als de rechters kunnen gewraakt worden. Deze redenen worden op een onaantastbare wijze door de rechter beoordeeld.

De opdracht van de expert wordt nauwkeurig omschreven in het vonnis waarbij de expertise bevolen wordt. De expert geeft alleen advies over de in het vonnis bepaalde punten. Partijen kunnen echter overeenkomen de opdracht uit te breiden. Indien daartoe grond bestaat, kan iedere partij de zaak opnieuw voor de rechter brengen.

Het vonnis waarbij de expertise bevolen wordt, bepaalt tevens de termijn voor het indienen van het verslag. Deze termijn begint te lopen vanaf de kennisgeving van het vonnis aan de expert. De opgelegde termijn kan vanzelfsprekend verlengd worden. De expert die na zijn opdracht te hebben aanvaard, met een niet te rechtvaardigen vertraging zijn opdracht beëindigt, pleegt een quasi-delictuele fout. zodat de partijen in voorkomend geval schadevergoeding kunnen vorderen.

WERKZAAMHEDEN VAN DE GERECHTSEXPERT

De gerechtelijke expertise in burgerlijke zaken is in tegenstelling tot de gerechtelijke expertise in strafzaken uitvoerig door de wetgever geregeld. Nochtans biedt deze wettelijke regeling geen eng keurslijf aan de gerechtsexpert. Geen enkele proceshandeling inzake expertise is immers op straffe van nietigheid of verval voorgeschreven. Bovendien kunnen de partijen de gerechtsexpert vrijstellen van de in de wet voorgeschreven formaliteiten.

De expert zal steeds erop moeten waken dat de rechten van de partijen niet gekrenkt worden. Hij zal bijgevolg het contradictoir verloop van de expertise te allen tijde in acht moeten nemen. De werkzaamheden moeten steeds op tegenspraak aanvangen en voortgezet worden. Op te merken valt dat bij een medische expertise de betrokken partij, doorgaans bijgestaan wordt door haar behandelende geneesheer. Haar advocaat zal zijn tussenkomst meestal beperken tot het ter hand stellen aan de expert van alle nodige stukken.

Na afloop van de verrichtingen geeft de expert kennis van zijn bevindingen aan de partijen. In beginsel bevat dit preliminair verslag onkel de vaststellingen van de expert. Partijen krijgen dan de gelegenheid hun opmerkingen te formuleren. Zij hebben er alle belang bij te reageren wanneer zij menen dat de preliminaria niet met de werkelijkheid stroken en onjuistheden bevatten.

Het staat de expert vrij de motivering al dan niet in voorlezing te geven. Doorgaans lezen de partijen het advies van de gerechtsexpert pas in het eindverslag. Dit verwijst ook naar de opmerkingen op het preliminair verslag en bevat het antwoord erop vanwege de expert.

Op te merken valt dat de expertise geenszins de zaak aan de rechter die haar beval, onttrekt. Deze wordt integendeel nauw bij de afregeling ervan betrokken. De doelmatigheid en de snelheid van de expertise hangen grotendeels af van zijn waakzaamheid. Hij oefent immers toezicht uit op de vervulling van de opdracht die hij aan de expert heeft gegeven. Zonodig kan hij richtlijnen geven aan de expert en hem voorlichten nopens zijn rechten en plichten. Hij moet hierbij voornamelijk het streng contradictoir verloop van de expertise onderstrepen. Elk incident tijdens de expertise kan de rechter regelen. De praktijk heeft echter uitgewezen dat de partijen (en rechters) niet vertrouwd zijn met voormelde controlerende functie van de rechter. Zodra een partij van oordeel is dat haar rechten van verdediging om welke reden ook geschonden worden, moet zij namelijk de rechter hiervan onmiddellijk in kennis stellen. Wanneer bijvoorbeeld blijkt dat de expert het contradictoir verloop van de expertise miskent, is een tussenkomst van de rechter vereist. Ook de naarstigheid waarmede de expert zijn opdracht moet vervullen, kan een interventie van de rechter verantwoorden.

BEOORDELING VAN HET EXPERTISEVERSLAG.

De rechter is geenszins verplicht het advies van de gerechtsexpert te volgen. De rechter behoudt zijn beoordelingsvrijheid. Strookt het advies niet met zijn overtuiging, dan hoeft hij het verslag niet te volgen. De rechter beoordeelt immers in feite en derhalve op onaantastbare wijze de waarde van de vaststellingen en gevolgtrekkingen van de expert. Hierbij mag hij niettemin de bewijskracht van de bewoordingen van het verslag niet schenden. Met inachtneming van de hoedanigheid van de gerechtsexpert, gaat de rechter echter meestal in op zijn advies.

Een actieve rol wordt nochtans toevertrouwd aan de rechter die geroepen is het expertiseverslag te beoordelen. Deze kan van oordeel zijn dat het verslag niet voldoende opheldering biedt. Hij kan dan een aanvullend onderzoek door dezelfde expert ofwel een nieuw onderzoek door een ander expert bevelen. De rechter kan de expert ook ter zitting horen, dit alles op tegenspraak. Het is in ieder geval de taak van de medische expert zijn verslag op te stellen in een taal die begrijpbaar is voor éénieder.

Wanneer de rechter vaststelt dat de rechten van verdediging van één van de partijen tijdens de expertise miskend werden, zal hij het advies van de expert zeker niet volgen. Een waaier van mogelijkheden staan voor de rechter open. Hij kan de expert ter zitting onderhoren. Hij kan een aanvullend of nieuw onderzoek bevelen. Hij kan het verslag terzijde schuiven en van generlei waarde verklaren. Hij zal dan eenvoudig geen rekening houden met de expertise. In de mate van het mogelijke moet steeds een nieuwe expert aangesteld worden, zodra vaststaat dat de eerst aangestelde zijn opdracht niet naar behoren heeft vervuld.

Inleiding van de paper:

Artikel 1382 B.W. verplicht degene door wiens schuld schade is ontstaan, deze schade te vergoeden. Schade doet zich echter voor in de meest uiteenlopende vormen, waarvan verlies van zelfredzaamheid er één is. Bij dergelijke schade kan hulp van derden een belangrijke steun vormen voor het slachtoffer. Het voorwerp van deze paper zal dan ook de hulp van derden in het aansprakelijkheidsrecht betreffen. Hierna zal het onderwerp kort afgebakend worden. Vervolgens wordt het begrip "hulp van derden" verder uitgediept. Nadien zal onderzocht worden wat het onderscheid is tussen de hulp van derden en enkele andere schadeposten. Verder zal nagegaan worden wie dergelijke hulp kan verlenen en hoe deze derden hiervoor vergoed kunnen worden. Tenslotte zal nog stilgestaan worden bij de begroting van deze schadepost.

Copyright © 2013. All Rights Reserved.